De eerste kantoorwerkplek was in de zestiende eeuw, waarin een arbeider alle gereedschappen bij zich droeg die nodig waren voor elke klus die hij zou moeten doen. Als de werkman bijvoorbeeld een gat moest boren, ging hij naar de plaatselijke smid om een hamer en beitel te halen.
Op deze manier kon het gat door iedereen in zijn bedrijf worden geboord, aangezien de smid het boren zelf kon doen. Zo kon hij terug naar zijn werkstation en zijn dag voortzetten.
Sinds de komst van technologische vooruitgang in het midden van de negentiende eeuw is het bureau veranderd. Het was de uitvinding van de moderne werkplek die het de werkman mogelijk maakte om zijn gereedschap op te bergen. Vroeger hoefde een man alleen maar de materialen mee te nemen die hij voor die dag nodig had, zoals een boor, een hamer, enzovoort.
Sindsdien zijn er verschillende veranderingen geweest in de kantoorwerkplek. In het laatste deel van de twintigste eeuw veranderde de kantoorwerkplek weer en kwam de computer in beeld.
In die tijd raakte het bureau achterhaald en ging men op zoek naar andere alternatieven, zoals het gebruik van de computer. Tegenwoordig heeft elk kantoor een computer die voor zakelijke doeleinden wordt gebruikt.
Deze moderne kantoorwerkplek is veel handiger dan de oude, omdat hij meerdere toepassingen kent. Het kan bijvoorbeeld documenten opslaan die nodig zijn, maar die niet in de oorspronkelijke vorm kunnen worden bewaard.
Aan de andere kant, als het gaat om de snelheid van de verbinding met internet, is een computerwerkstation superieur dan een gewoon bureau. Met de computer hoeft een gebruiker niet te staan en kan hij in feite de hele tijd op zijn stoel blijven zitten, zolang hij maar niet beweegt.
Daarom is de kantoorwerkplek veel meer dan alleen een meubelstuk dat op een bepaalde plek op kantoor zou worden geïnstalleerd. Het is een noodzaak voor elk modern kantoor.
